woensdag 14 september 2011

dag 6: D13


D13 is duideluk een andersoortig hunebed dan de andere die gevonden zijn.
Dit sterkt de stelling dat er van orgine al verschillende functies voor hunebedden waren.

D13 ligt nog in een oorspronkelijke heuvel. Alle hunebedden waren vroeger op deze manier ingegraven. Je ging dus als je het hunebed enterde, de aarde binnen. Stenen zijn vasthouders van frequentie. Zo werkt quarts bijvoorbeeld ook om een bepaalde frequentie door te geven. Allerlei edelstenen en halfedelstenen staan bekend om bepaalde eigenschappen en worden ook als dusdanig toegepast. Deze grote stenen waar ook quarts inzit houden dus een trilling vast die in rituelen opgewekt wordt. Daardoor wordt deze versterkt en wordt het ritueel zeer geconcentreerd. Dat is m.i. de belangrijkste reden voor de bouw.

De hunebedden zijn waarschijnlijk veel ouder dan het officiele verhaaltje aangeeft.
Er zijn anderssoortige methodes om hierover informatie te verkrijgen. Jan vertelde me dat de wichelroede hem uitgewezen had dat bvb D12 tienduizenden jaren oud is. Mogelijk vinden mensen deze methode discutabel, maar het officiele verhaal is meer dan discutabel. Studies waarbij Jan Evert, de hunebedman, bij betrokken was, die een andere waarheid aan het licht brachten werden afgebroken. Hij vertelt dat er in de jaren 70 een hele nederzetting uit de Steentijd werd opgegraven: "Er kwamen zes hutten van 5 bij 7 tevoorschijn. De algemene opvatting is dat de mannen uit de Steentijd solitair rondrenden, zonder vrouw en kinderen, maar wij ontdekten dat die hutjes ruim genoeg waren voor hele families. We vonden vuurhaarden, afvalkuilen, heel nauwkeurig konden we uitstippelen hoe ze leefden in de 'prehistorie'. Ondanks het feit dat wij een belangrijke ontdekking hadden gedaan, werd deze niet geaccepteerd omdat deze indruiste tegen de opvatting dat men in de Steentijd niet gezamenlijk in hutjes leefde." (Jan in een interview met Panorama, staat helaas niet online)

Voorts vertelt ie dat hunebedden beschilderd waren. Dit is mogelijk later gebeurd, bijvoorbeeld door de Trechterbekercultuur. Deze beschilderden hun aardewerk ook. In het museum is het echter kaal. Jan vertelde me dat verf-resten er met de tandenborsel afgeschraapt werden voordat ze in het museum tentoongesteld mochten worden. En tot slot van mijn gesprek met de Jan: "dat een onderzoek in Duitsland (daar zijn ze ook) waar bleek dat er een deur was die alleen van binnen naar buiten geopend kon worden, stilgelegd werd."

Waarom toch al die eenzijdigheid? Wel volgens mij is dat heel simpel. Onze cultuur dient als superieur voorgesteld te worden en al wat voorafging als primitief. Hier is niet eens een bewuste samenzwering voor nodig, het werkt ook psychelogisch zo omdat als je het anders waagt te bekijken, je de eigen tekortkomINGen en dwalINGen onder ogen dient te zien.

Jan de Hunebedman vertelde me verder dat het houten deurtje in de tekening op het bord bij D13 er door deze auteur uit de 18e eeuw er romantisch bijverzonnen is. En dat er in de 2e wereldoorlog ook mensen bij hunebedden gefusilleerd werden.
hunebeddenplantje
Opvallend is dat er vaak mooie aparte bomen bij hunebedden staan. Een soort symbiose.


KLIMREK-BOOM


JoOo boom!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten