zaterdag 11 juni 2016

HUNEBEDDEN: HOE

HOE werden hunebedjes gebouwd??

OFFICIEEL nog steeds met hefboom en touw, maar op die gestelde conventionele wijze heeft men nog steeds geen hunebed kunnen/durven nabouwen! De praktijktest ontbreekt: bij de reconstructie van D49 (waarvoor nota bene een ander hunebed (D33) gesloopt werd) heeft men nagelaten dit te testen. In het buitenland zijn wel pogingen gewaagd, echter zonder succes.

Er is in recent verleden (2002) een goedbedoelde poging gedaan met project "Gathering Stones". Er hoort een nogal ridicule video bij: let op hoe het uitgegraven plaatsgevonden zou moeten hebben… Jan vertelt dat het resultaat er niet uitzag. Een redelijke poging maar het was niet waardig het te laten staan. Jan zegt dat men uiteindelijk om stabiliteit te waarborgen maar toevlucht nam tot valsspelen: de zijstenen werden platgelegd.

Bij mijn laatste bezoek aan het HunebedCentrum Borger ben ik lachend weggelopen. Daar wordt namelijk in een voorlichtingsfilmpje op de bovenste etage gezegd dat 'met een mannetje of 10 a 20 je gemakkelijk zo een hunebed in elkaar zet'. Is dit het gewenste niveau van wetenschap? Voor mij hebben ze zich hiermee onsterfelijk belachelijk gemaakt. Volgens de NTR (geschiedenisles volgens de Canon der NL-geschiedenis) zijn er wel 200 mensen nodig.

Frits Bom dacht in zijn boek "Het Mysterie van de Hunebedden" aan 'buitenaardse' krachten. Hij noemde levitatietechnieken (met daarbij een simsalabimafbeelding van een inheemse tovenaar) waarmee de zwaartekracht dan zou zijn opgeheven. Hij stelt zeer eerlijk dat dit louter theoretische speculatie is: er bestaat ook daar geen ondersteunend feitenmateriaal voor! Hij bouwde dit punt niet uit: het bleef louter bij die eerste definitie-aanduiding, enige interessante filosofische exercitie en een kinderprent.

De waarheid zit waarschijnlijk in een combinatie van methodes. Een steen over redelijk verharde bodem verplaatsen is een ding. Deze over een zachtere zandheuvel OMHOOG trekken is een andere fase! Maar de mens was volgens mij slim genoeg om gebruik te maken van natuurverschijnselen. Mogelijk volbracht men deze fase in de winter en lieten medebouwers het talud opvriezen, er wellicht zelfs een ijsbaar van maken. De steen is dan gemakkelijker omhoog te zeulen en kan gestut worden zodat terugglijden niet gebeurt. Eropslepen kan idd met pure kracht (eventueel geholpen door dieren). Het moeilijkste is het precieze plaatsen, het is niet zomaar steentjes stapelen. Voor die allerlaatste fase kan een A-FRAME gebruikt zijn.
ONTHULLEND (GROTE GRAP):
Een A-frame is een soort superhefboom. Door de getoonde verlenging wordt de hefboomwerking ('domme kracht' genoemd) vergroot waardoor veel zwaardere stenen te verwerken zijn.

De grote grap in deze is dan dat deze stelling een soort synthese lijkt van beide genoemde theoriƫn, schijnbaar onverenigbare verklaringen. In werkelijkheid een praktische optie! Middels een A-frame bestaande uit vrij dikke verse bomen (droog hout zou snel breken) kan een vastgebonden kei eropgewiebelt worden: wiebelen met precisie. Waarbij dus ook zijwaarts gesteld kan worden. Jan verhaalt over een stukje overlevering waarin gezegd wordt dat 'de reuzin met klompen aan de stenen in haar schoot droeg'. De reuzin is de stellage. Die klompen refereren dan aan de voeten, de voetstukken van de stellage. Wat goed beseft moet worden is dat de ondergrond bestaande uit zandgrond, vrij zacht was.

Deze stelling komt niet uit de lucht vallen: er bestaat ondersteunend bewijsmateriaal voor! Er staat namelijk een voor eenieder zelf te checken originele aanwijzing voor bevestiging van deze stelling te lezen in steen:
 A-FRAME  originele steeninscriptie @ D14 
 Verder belangrijk om bij de stelling te vermelden is dat er destijds een groter type os, de oeros, in deze contreien aanwezig was. Vanaf de 2e helft van het Pleistoceen tot de late middeleeuwen aan toe. Dit beest was een serieuze slag groter, een gevaarte tot wel 3 meter lang.

De eerdere jagers-vissers-verzamelaars jaagden op de beesten. Zij maakten daar ook natuurgetrouwe rotstekeningen van. Mogelijk waren oudere stieren zeer geschikt voor hunebedbouw: sterk en nar verluid wat minder agressief.

Gebruik, inzet van deze runderen past in het plaatje van geleidelijke domesticering. Castratie zou daarbij toegepast kunnen zijn. Trekdieren zouden vooral ingezet kunnen zijn voor vervoer van stenen. Voor de laatste precieze plaatsing lijken ze minder geschikt en door inzet van een A-frame ook niet zozeer benodigd.

Een ietwat stoutmoediger gestelde aanvulling met betrekking tot het bouwen is dat er in een EERDERE FASE BOSOLIFANTEN aan het werk geweest kunnen zijn. Voor verplaatsing van zwerfkeien en mogelijk ter oprichting van steenkringen (met vergelijkbare rituele functies op dezelfde plek). Deze olifantensoort kwam in vroegere tijden ook in deze streken voor* en heeft wat meer kracht dan de (oer-)os. Aanwijzing hiervoor zijn herhaaldelijke door mensen gepronounceerde afbeeldingen van olifant in steen.
olifantvorm @ D18, Rolde
Dus direct in hunebedsteen te aanschouwen, zonder drugs en met wat geopender/geoefender oog te zien. EN tevens herhaaldelijk op veelvoorkomende (persoonlijke) gebruiksvoorwerpen uit die eerdere tijd (zie kader STEENTIJDKUNST). Wanneer er sprake is van herhalingspatronen betreffende afbeeldingen van bepaalde dieren in hunebedsteen (alsmede in bewerkte vuursteen gebruiksvoorwerpen in dezelfde aardlagen), geven deze mijns inziens mogelijke aanwijzingen over aanwezigheid van deze dieren hier ten tijde van de bouw(-fasen) in vorige tijdperken. In samenspel van diverse wetenschapsdisciplines kan dit nader onderzocht worden. Gestructureerde optelsom wordt dan bewijsmateriaal. In hetzelfde hunebed heb ik nog een olifant ontdekt. Komt dat zien!
olifantvorm @ D14
Dat verzin je niet: om iets gericht uit te beelden dien je het te kennen! Ik ontmoette Jan trouwens via een gozer op de camping die specifiek deze olifant bij D14 gezien had. Dit was een nuchtere kerel maar hij zag het zelf en vertelde daar enthusiast over en zodoende kwam ik bij Jan terecht.

Het ook officieel geopperde idee dat er HUNEBEDCONSTRUCTIETEAMS aan de gang kunnen zijn geweest, vind ik een aansprekende optie. Het was specialistisch werk, kan dat zelf plaatsen in een totaalplaatje zonder kronkels. Mogelijk met inzet van olifanten voor eerdere verplaatsing van grotere stenen. In goede verstandhouding.

VOORPROEFJE STEENTIJDKUNST

De kleintjes worden vooralsnog tevree gesteld met kabouterverhaaltjes.